Zachte kaas
In de eerste module behandelden we zuivelproducten die alleen verzuurd waren: yoghurt, boter en karnemelk.
In de tweede module voegen we behalve zuursel nog iets anders toe aan de melk: stremsel. En we maken onze eerste kaas, een zachte kaas.

De middag begint met het enten en aanzuren van de melk, waarna we het stremsel toevoegen. Na een uur is de melk gestremd en kunnen we de wrongel gaan snijden.
In de tussentijd houden we ons bezig met kwark, maar ook krijg je uitleg over stremsel, en over “wrongel” en “wei”, twee termen die onlosmakelijk met het kaasmaken verbonden zijn.
In de pauze proeven we allerlei zachte kaasjes: van verse kaasjes tot gerijpte zachte kazen, met en zonder schimmelculturen, van rauwe of gepasteuriseerde melk.
En na de pauze kunnen we verder met het proces: we snijden de wrongel, en uiteindelijk doen we de wrongel in het kaasvormpje. Ook is de kwark voldoende uitgelekt en klaar voor consumptie.
Natuurlijk neem je aan het einde van de module je eigen kaasje mee naar huis.
Het kaasje moet nog wel rijpen – en dat maakt het extra spannend. En leuk!!
Door naar de laatste module.